Inbreng CU mbt bestemmingsplan Stolwijk
Inbreng Anthony Tom namens de CU-fractie tijdens commissievergadering 1 december 2015 met betrekking tot vaststelling bestemmingsplan Beijerscheweg 18 Stolwijk
De CU-fractie is groot voorstander van instrumenten waarmee op een flexibele wijze burgers ruimte wordt geboden en waarbij tegelijkertijd ruimtelijke en cultuurhistorische kwaliteit wordt versterkt. Beide uitgangspunten: met burgers meedenken enerzijds en versterken van de typische ruimtelijke kwaliteit in de Krimpenerwaard vinden we ook terug in het coalitieprogramma.
In dit kader zijn we dan ook van harte voorstander van de zogenaamde Ruimte-voor-ruimte-regeling: lelijke en ontsierende bedrijfsbebouwing slopen om er iets anders voor mogelijk te maken, mits ruimtelijke kwaliteit wordt versterkt.
Voorliggend plan leek in eerste instantie hier ook in te passen totdat we hebben geconstateerd dat de te slopen bedrijfsbebouwing, met name de twee objecten links voor op het erf, cultuurhistorisch waardevol zijn aan te merken. De grote zwarte schuur betreft een zogenaamde dwarsdeelschuur, zoals deze karakteristiek te noemen is voor de Krimpener- en Alblasserwaard. Dergelijke agrarische bijgebouwen werden met name in de achttiende eeuw gerealiseerd omdat de boerenbedrijven vanwege uitbreiding veestapel en toegenomen hooiopslag extra bedrijfsruimte nodig hadden. Graag verwijs ik naar het standaardwerk van de RdmZ over de Krimpenerwaard uit 1995 van Catharina van Groningen in de reeks De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Op pag 366 wordt deze schuur nadrukkelijk genoemd. Overigens ziet de schuur zelf er op dit moment niet op zijn aller-fraaist uit. Zie bijvoorbeeld de plaatstalen dakbedekking.
We brengen dit nu ook niet in om in dit specifieke geval tegen te stemmen. Dit proces is al een tijd gaande, dus er zijn veel verwachtingen naar betrokkenen en ontwikkelaar geschapen.
Waar we wel de vinger bij willen leggen is een van de grondslagen van de RvR-regeling: Daarin wordt gesproken over sloop van ontsierende en behoud van karakteristieke waardevolle bebouwing. In dit geval had eerder geconstateerd moeten worden dat hier iets bijzonders aan de hand was. Dan was er wellicht in een eerder stadium op een andere manier met betrokkene meegedacht.
Daarom is het van groot belang om beleid te maken; daarom is de komende thema-avond over Erfgoedbeleid van belang. Erfgoedbeleid moet niet belemmerend werken maar burgers juist belonen als ze cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en structuren bewaren en versterken. Erfgoedbeleid heeft dan ook alles met een flexibele Ruimtelijke Ordening te maken. Maar dan moeten we het wel met elkaar eens zijn wat waardevolle en te bewaren bebouwing en structuren zijn. En dat is o.i. meer dan dat ene monument, een enkele kerk, of herenhuis of een bijzondere boerderij. Dat zijn soms ook karakteristieke schuren, boenhokken enz. zonder daar direct het officiële stempel van monument of karakteristiek op te drukken. Flexibel en meedenkend R.O.-beleid, in combinatie met ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie vraagt om duidelijke uitgangspunten enerzijds en maatwerk en gezamenlijk overleg met alle betrokkenen in een vroeg stadium anderzijds.
Deze casus lijkt ons een goed voorbeeld om met elkaar te bespreken tijdens de thema-avond volgende week.
Dinsdagavond 8 december is er een thema-avond over Erfgoedbeleid in het gemeentehuis te Lekkerkerk, aanvang 20.00 uur.